Scheiden bij pensioen in eigen beheer.

Op 14 april 2017 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een zaak van een cliënte van Heleen.

Deze cassatieprocedure zag op de verevening (verdeling) bij scheiding van ouderdomspensioen dat tijdens huwelijk was opgebouwd door en binnen de onderneming van de vrouw. De man verzocht, op grond van de Wet (Wet verevening pensioenrechten bij scheiding), om zijn aandeel in die in ‘eigen beheer’ opgebouwde pensioenaanspraak van de vrouw af te storten bij een verzekeraar.

De Hoge Raad oordeelde dat de vrouw terecht cassatie instelde tegen de beschikking van het Hof.

Bij de vaststelling van het bedrag dat ten behoeve van de man afgestort zou moeten worden had het Hof namelijk ten onrechte niet onderzocht of het in de onderneming aanwezige vermogen voldoende is om én de door het Hof vastgestelde pensioenaanspraak van de man af te storten én om de overblijvende pensioenafspraak van de vrouw te dekken.

De Hoge Raad maakte bovendien uit de beschikking van het Hof op dat het daarvoor benodigde vermogen níet in de onderneming aanwezig is en overwoog dat in dat geval het tekort (in beginsel en naar evenredigheid van ieders aanspraak in de totale pensioenopbouw) tussen partijen moet worden gedeeld.

Lees hier de betreffende uitspraak.

—————————————-

De Hoge Raad heeft deze kwestie voor verdere behandeling terugverwezen naar een ánder Hof dan het Hof dat eerder uitspraak deed. Bij het doen van uitspraak door dat andere Hof zal rekening moeten worden gehouden met de uitspraak van de Hoge Raad.

Lees hier meer over de de werkwijze van de Hoge Raad. 

Scroll naar boven