Ontslag tijdens proeftijd

In een arbeidsovereenkomst kan worden overeengekomen dat er een proeftijd geldt. De werkgever kan de werknemer zonder opgave van redenen tijdens de proeftijd ontslaan.

Als een werkgever een beroep wil doen op een ontslag tijdens de  proeftijd, dan moet dit beding in de arbeidsovereenkomst  voldoen aan een aantal voorwaarden, te weten:

  • De duur van de proeftijd moet voor de werkgever en de werknemer gelijk zijn;
  • De proeftijd moet schriftelijk zijn overeengekomen (vastgelegd in de arbeidsovereenkomst);
  • De proeftijd mag niet langer zijn dan toegestaan (zie hieronder);
  • De proeftijd moet zijn aangegaan ter kennismaking met het bedrijf (en met de functie).

Hoe lang mag de proeftijd zijn?

Volgens de wettelijke regeling gelden de volgende regels voor de proeftijd:

  • Er mag geen proeftijd worden overgekomen bij een arbeidsovereenkomst met een duur van korter dan 6 maanden.
  • De proeftijd mag maximaal 1 maand zijn bij een arbeidsovereenkomst met een duur van 6 maanden tot twee jaar.
  • De proeftijd mag maximaal 2 maanden zijn bij een arbeidsovereenkomst met een duur van 2 jaar of langer of een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Is er een CAO van toepassing op de arbeidsovereenkomst (dit staat in de arbeidsovereenkomst vermeld) dan kan in een CAO een afwijkende proeftijd zijn opgenomen.

Is er sprake van een ongeldige proeftijd, dan heeft dit tot gevolg dat de proeftijd nietig is. De werkgever mag dan geen beroep doen op de proeftijd en mag de werknemer dan niet zonder meer ontslaan.

Ben je ontslagen tijdens de proeftijd, dan is het verstandig om te controleren of er in jouw geval wel een proeftijd mocht worden overeengekomen en indien dat mocht, of er een juiste proeftijd is overeengekomen.

Houd er rekening mee dat wanneer je als werknemer de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd opzegt, dit tot gevolg heeft dat je geen recht hebt op een WW-uitkering.

Scroll naar boven